Zwartewaterland, kleurrijk in alle facetten...

Wie eens de sfeer van het land van het Zwartewater geproefd heeft, is voorgoed verslingerd aan dit ingetogen en toch zo boeiende landschap. Een streek waarvan het karakter bepaald wordt door het water. Maar ook door de mens.

Na de laatste ijstijd - we praten over zo’n tienduizend jaar geleden - liepen door het klamme, kale landschap verschillende rivieren. Een daarvan noemen we nu het Zwartewater. De rivier kon haar smeltwater niet goed kwijt en trad buiten haar oevers. Aan weerskanten ontstonden dikke lagen veen, afgestorven resten van planten en bomen. Het veen leverde brandstof. De rivier zorgde voor vis. En op het land werd gejaagd. De mens deed zijn voordeel met de natuur.
Zo is het landschap van de Zwartewaterstedenroute een afspiegeling van menselijke invloeden op de natuurlijke omgeving. We zien een afwisselend uiterwaardenlandschap, maar ook een strak polderlandschap met weidse vergezichten. Dan weer het typische rivierdal, met klei, zand en veen. En natuurlijk de vriendelijke steden met hun oude glorie en industriële monumenten uit een minder ver verleden.

Begeleid door de al dikwijls doorbroken en herstelde dijk slingert het Zwartewater zich in alle rust naar haar onvermijdelijk einde: bij Genemuiden stroomt ze uit in het Zwartemeer. Een al eeuwen durende, nooit eindigende cyclus, symbolisch voor het historische karakter van het land van het Zwartewater.

GenemuidenGenemuiden, bloeiend en bruisend...
Aan de monding van het Zwartewater ligt een stadje dat opvalt door zijn gemoedelijke bedrijvigheid. Genemuiden kan terugkijken op een bewogen geschiedenis, maar heeft zich moedig staande weten te houden in de woelingen van de tijd. Het is de nijvere nuchterheid van de Genemuidenaren die dit plaatsje zo bijzonder maakt. Het hedendaagse Genemuiden staat met beide benen in de tijd van nu, maar is doordrenkt van het verleden. Een verleden dat teruggaat tot het beging van de jaartelling, al heette de nederzetting in de Romeinse tijd Navalia. Rond het jaar 500 wordt de naam Gelmuda genoemd. ‘Genemuiden’ betekent ‘mond van de Genne’ een vroeger aanduiding van het Zwartewater.

In 1275 kreeg Genemuiden stadsrechten. De gunstige ligging, aan de monding van de rivier, maakte Genemuiden tot een pleisterplaats voor de reizigers en kooplieden op weg naar het noorden. Er werd goed verdiend aan het veer en ook de vissers droegen bij aan de welvaart van het stadje. Maar aan het begin van de 16e eeuw begon de ellende. Genemuiden werd het strijdtoneel van de Gelderse Oorlogen en ook in de Tachtig-jarige Oorlog kreeg men het zwaar te verduren. Daarna kwam er nog meer rampspoed, in de vorm van plunderingen, branden en overstromingen. Maar de Genemuidenaren lieten zich niet kisten. 

Een zegen voor Genemuiden waren de biezen, die groeiden in het kustgebied. In de 17e en 18e eeuw ontwikkelde zich de biezenmattenindustrie. De biezen werden in de huisindustrie tot matten verwerkt. in het begin van de 20e eeuw stapte men over op het maken van kokosmatten, wat na de Tweede Wereldoorlog leidde tot het ontstaan van een belangrijke kokosmattenindustrie. In de jaren zestig kwam de nadruk te liggen op nylon en wollen tapijten. Op dit moment vindt 60% van de nationale productie in Genemuiden plaats. Andere bronnen van inkomsten zijn bouwnijverheid, transport en handel.

De industriële geschiedenis van Genemuiden komt overtuigend tot leven in het Tapijtmuseum. Hier vindt u een mooie collectie werktuigen, weefgetouwen, weefmachines en allerlei toebehoren. Samen beelden ze de lange ontwikkeling uit van biezenmat via kokosloper tot hoogpolig tapijt.

Aan de Kamperzeedijk staat een uitzonderlijk industrieel monument: het Stoomgemaal Mastenbroek, in de volksmond d’Olde Mesiene. Het gemaal dateert uit 1856 en zorgde dat tot 1961 dat het water in de polder Mastenbroek op peil bleef.

HasseltHasselt, een moderne Hanzestad...
Meer dan achthonderd, misschien wel duizend jaar geleden waren er een paar slimme pioniers die de voordelen zagen van vestiging op een rivierduin bij de samenvloeiing van de Overijsselse Vecht en het Zwartewater. Dit rivierduin was begroeid met hazelaars en daar heeft Hasselt vermoedelijk haar naam aan te danken. Ondanks haar ouderdom is Hasselt springlevend. Een moderne Hanzestad nodigt u uit.

De historie van Hasselt staat in het teken van de Hanze. In de Middeleeuwen was dit een verbond van tientallen handelssteden in Noordwest- en Noord-Europa. De Hanzesteden in Nederland hadden hun voorspoed te danken aan hun ligging aan het water. Dat geldt ook voor Hasselt, dat vandaag de dag nog steeds bekoort door haar benijdenswaardige situering aan het Zwartewater. De geschiedenis van Hasselt kent ups en downs. Perioden van grote bloei en bedrijvigheid werden afgewisseld met tijden van neergang en armoede. In de 14e en 15e eeuw groeide Hasselt snel en verwierf allerlei stedelijke voorzieningen. Er werden muren om de stad gebouwd. Bloeiende bedrijfstakken waren de scheepsbouw, lakenweverij en later de kalkindustrie. 

In de 19e eeuw betekende het graven van de Dedemsvaart, uitmondend in de Stadsgracht, een doorbraak voor Hasselt. Door het graven van deze vaart werd Hasselt een overslagplaats voor turf. Scheepswerven, zeilmakerijen, touwslagerijen en tagrijnen deden goede zaken. De landbouwcrisis aan het eind van de 19e eeuw zette de rem op de ontwikkeling van Hasselt. Pas na de Tweede Wereldoorlog richtte de stad zich weer op en had de komst van de industriële bedrijven opnieuw een gezonde groei tot gevolg. De rijke historie heeft zijn sporen achtergelaten in Hasselt. Fraaie bruggen, lieflijke doorkijkjes, indrukwekkende gevels. Een bezienswaardigheid die u zeker niet mag missen, zijn de kalkovens aan de Buitengracht.

Een andere levende herinnering aan het rijke verleden van Hasselt is de Korenmolen “De Zwaluw” op de Stenendijk, een van de weinig overgebleven gemetselde zeeweringen in Nederland. Vergeet ook geen bezoek te brengen aan het voormalige stadhuis op de markt. Het is een laat-gotisch gebouw uit de 15e en 16e eeuw. Binnenin vindt u een afschrikwekkende verzameling oude wapens, waaronder een van de grootste collecties haakbussen ter wereld. Het pand biedt onderdak aan de VVV en de Historische Vereniging Hasselt.

ZwartsluisZwartsluis, de poort naar het water...
Op de plek waar het Meppelerdiep en de Arembergergracht samenkomen en uitmonden in het Zwartewater, ligt Zwartsluis. Al minstens 600 jaar een trekpleister voor iedereen die in de ban van het water is. ‘Swarte Sluys’ wordt voor het eerst in 1398 genoemd. De ligging van de plaats heeft haar geschiedenis bepaald. Zowel in economisch als in militair opzicht. Als belangrijke locatie aan de route naar Drenthe en Groningen was Zwartsluis een gewild bolwerk. Zowel in de Gelderse Oorlogen (begin 16e eeuw) als in de Tachtigjarige Oorlog was Zwartsluis bij de strijd betrokken. Voor de economische ontwikkeling van Zwartsluis was turf van eminent belang. Miljarden turven werden in de 17e eeuw in Zwartsluis overgeladen voor transport naar Amsterdam. In het kielzog van de turfoverslag ontstonden scheepswerven, zeilmakerijen en smederijen en tientallen winkeltjes waar de schippers hun levensmiddelen kochten. Later kwam de kalkindustrie, aan de weerszijden van het Meppelerdiep. Als brandstof voor de vele kalkovens diende... turf. Maar de vervanging van turf en schelpen door steenkool en cement bracht een neergang teweeg. Pas na de Tweede Wereldoorlog zorgden pleziervaart en toerisme voor nieuwe welvaart. Als toegangspoort tot het schitterende merengebied van Noordwest-Overijssel heeft Zwartsluis op dit moment 1.200 ligplaatsen.
Het zijn de sluizen die de identiteit van Zwartsluis bepalen. De Arembergersluis vormt de verbinding tussen het Zwartewater en de Arembergergracht. Daarnaast zijn er de Grote Kolksluis in het centrum van Zwartsluis, de Staphorstersluis tussen het Zwartewater en het Meppelerdiep en de Meppelerkeersluis aan de rand van Zwartsluis. Stuk voor stuk maken ze de faam van Zwartsluis als poort naar het water waar.

De poort naar het Zwartewater, naar het IJsselmeer, naar de randmeren, naar de Friese meren en vooral naar het weergaloos mooie natuurreservaat ‘De Wieden’. Grote plassen en kleine, verstilde waters met rietlanden, moerasbos, kraggen en trilvenen. Natuurliefhebbers vertrekken vanuit Zwartsluis per kano in de hoop een purperreiger, kiekendief of karekiet te betrappen. 

Terug naar Zwartsluis, naar de Handelskade, de vaste ligplaats van de “Bruine Vloot’. Deze vloot bestaat uit in oorspronkelijke staat herstelde zeilschepen, die worden verhuurd voor tochten op het IJsselmeer en de Waddenzee.
Maar Zwartsluis heeft nog veel meer te bieden. Haar intieme centrum, vroeger en ook nu nog wel “De Schans” genoemd. De knusse terrasjes aan het water. Gezellige winkel- en wandelstraatjes. Gastvrije restaurants en eethuisjes, waar u de beroemde paling- en snoekbaarsgerechten niet mag missen. Aan te raden is ook een bezoek aan de 16e eeuwse N.H. Kerk, met een gebeeldhouwde preekstoel uit de 17e eeuw en enkele goed bewaarde grafzerken.

Als u geluk hebt, kunt u in Zwartsluis getuige zijn van de tweejaarlijkse Nationale Sleepbootdagen, welke vanaf Hemelvaartsdag worden gehouden. Een vloot van zo’n tweehonderd oude, gerestaureerde sleepboten in het historische centrum van Zwartsluis biedt een indrukwekkende aanblik.

Zwartsluis is de aanlegplaats voor de toerist. Naast zeilen, surfen, vissen en zwemmen is Zwartsluis een mooi uitgangspunt voor de vele fiets- en wandelroutes en naast dit alles is Zwartsluis natuurlijk de toegangspoort tot een van de mooiste natuurgebieden van West-Europa: de Wieden, de Weerribben en Olde Maten. 

Zie ook http://www.zwartewaterland.nl


Terug naar de vorige pagina